In de lessen ‘metend rekenen’ leren we over de kilogram, de liter, de
meter en de euro. Om deze begrippen goed onder de knie te krijgen, heeft onze
juf ons zelf aan het werk gezet. We werden verdeeld in vier groepen. We kregen
per groep een opdracht. De eerste groep kreeg een meetlat en lintmeters van 1
meter. Ze moesten allerlei voorwerpen meten. De tweede groep kreeg een
weegschaal en een gewicht van 1 kg. Deze groep ontdekte welk voorwerp meer,
minder of precies 1 kg woog. De derde groep experimenteerde met water. Zo
zochten ze uit in welk voorwerp precies, meer of minder dan 1 liter kon. De
vierde groep mocht winkeltje spelen. Daar kregen ze elk een
boodschappenlijstje. Ze rekenden uit hoeveel ze moesten betalen en hoeveel ze
terug kregen.
Omdat iedereen alle opdrachten zou kunnen uitvoeren, werkten we met een
doorschuifsysteem.